Close

26 januari 2019

Jordanië en het Palestijns verzet: een haat-liefdeverhouding11 min leestijd

Het Midden-Oosten is nog altijd in afwachting van het met veel bombarie aangekondigde vredesplan van de Amerikaanse president Trump en zijn schoonzoon Jared Kushner. En hoewel de plannen topgeheim zijn, worden de contouren langzaam zichtbaar: Trump en Kushner zien vooral een belangrijke rol weggelegd voor het Saoedische regime van kroonprins Mohamed bin Salman en consorten. Over de rol van Jordanië wordt weinig bekend, maar het lijkt genoegen te moeten nemen met een bijrol. Maar als er één land is dat in zijn ziel wordt geraakt wordt door het voortdurende conflict, is het Jordanië wel. Immers, meer dan de helft van de bevolking is van Palestijnse komaf. Een historische beschouwing.

Voorgeschiedenis

De geografische omstandigheden rond de beide oevers van de Jordaanrivier zorgden ervoor dat er altijd al meer contact was tussen oost en west dan tussen noord en zuid. Voor bewoners aan de oostkant van de rivier (het huidige Jordanië) was het door moeilijk begaanbare wegen en bergketens lastig om handel te drijven met de buren aan dezelfde kant, terwijl de rivier zelf een groot deel van het jaar makkelijk over te steken was. Pas wanneer de Britten in 1921 besluiten hun mandaat op te splitsen tussen Palestina aan de westelijke zijde van de Jordaan en het emiraat Transjordanië aan de oostkant van de rivier tekent zich iets van een splitsing af.[1]

Als medio jaren 1930 de Arabische Opstand uitbreekt, uit onvrede over de vermeende voorkeursbehandeling die de joodse inwoners van Palestina genieten onder de Britten, wordt voor de Britten duidelijk dat één staat met zowel Arabieren als joodse immigranten simpelweg niet mogelijk is. Het vertrouwen in de Palestijnse leiding wordt dermate geschaad, dat de Britten hun blik richten op andere Arabische leiders.[2] De commissie-Peel komt tot dezelfde conclusie en adviseert de Britse leiding in Palestina plannen te maken voor een opdeling.[3]

De Jordaanse koning Abdullah, tot dat moment ondanks de nauwe contacten met de inwoners aan de Westelijke Jordaanoever nauwelijks begaan met hun lot, ziet zijn kans schoon om een prominente rol in de regio te vervullen.[4] Als enige leider steunt hij het plan om Palestina op te delen in een joods en een Arabisch deel, wat hem niet populair maakt onder de andere Arabische leiders.[5] Zijn échte wens is Palestina op te nemen in zijn koninkrijk, maar Abdullah is reëel genoeg om in te zien dat een opdeling en vervolgens annexatie van de Westelijke Jordaanoever de enige opties zijn.[6]

Ondertussen raakt Abdullah verwikkeld in een concurrentiestrijd met de leider van de Arabieren in Palestina, Mohamed Amin al-Husseini. Die laatste is fervent tegenstander van de opdeling van Palestina, omdat het gebied volgens islamitische leer een waqf, een door god gegeven land is. Al-Husseini ziet de welwillende opstelling van Abdullah voor het opdelingsplan als verraad aan de islam.[7] Het zou niet de laatste keer zijn dat de leiders aan de westelijke zijde van de rivier fundamenteel van mening verschillen over een vredesplan in Palestina.

Op 14 mei 1948 verklaart David Ben-Gurion de onafhankelijkheid van de staat Israël. Een dag later verklaren Egypte, Syrië, Libanon én Jordanië de oorlog. De Arabische alliantie denkt de jonge staat te kunnen overrompelen, maar wordt verrast door de organisatie en discipline van de verschillende joodse milities, die ondanks hun meningsverschillen niet alleen weerstand bieden maar het tij zelfs in hun voordeel weten te keren. In april 1949 wordt de wapenstilstand getekend, waarna Israël stukken groter is dan bedacht bij het opdelingsplan van de Verenigde Naties in november 1947. In 1950 volgt de formele annexatie van de Westelijke Jordaanoever door Jordanië.[8]

Vlnr: het opdelingsplan van de VN in november 1947, de situatie een maand na de invasie van de Arabische coalitie en de situatie na de tegenaanval van de Israëlische milities. Bron: https://www.vox.com/2014/7/17/5902177/9-questions-about-the-israel-palestine-conflict-you-were-too

Zesdaagse Oorlog en Zwarte September

Op 5 juni 1967 breekt de Zesdaagse Oorlog uit, die opnieuw resulteert in een verpletterende overwinning van Israël. De aanloop naar die oorlog verdient een verhaal op zichzelf, maar de uitkomsten liegen er niet om voor de Arabische buren van Israël. De Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever worden bezet, en de leiders van onder meer Egypte, Syrië en Jordanië zijn een illusie armer.

Uitgerekend Jordanië, het land met miljoenen Palestijnse vluchtelingen en eeuwenoude handelsbetrekkingen met de Westelijke Jordaanoever, pikt de relatie met Israël al na drie weken weer op.[9] Ondertussen staat koning Hussein (de kleinzoon van Abdullah en sinds 1952 leider van Jordanië) oogluikend toe dat de Palestijnse vrijheidsstrijders, de fida’iyyun vanuit Jordanië aanvallen uitvoeren op Israël. Zij geven de strijd niet op, maar door de repercussies vanuit Israël verandert de economisch belangrijke Jordaanvallei in een oorlogszone.[10] Hussein besluit tot een geheim verdrag met Israël: in ruil voor het in toom houden van de Palestijnse militanten, belooft Israël haar buurland de kans te geven de infrastructuur in de Jordaanvallei te herstellen.[11]

Ondertussen groeit de macht van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) binnen Jordanië. De beweging voert het feitelijke bevel in de vele vluchtelingenkampen die het land rijk is en ontzeggen de autoriteiten de toegang.[12] Koning Hussein zit met zijn handen in het haar: enerzijds poogt hij de Palestijnen te incorporeren in zijn koninkrijk en spreekt hij zijn steun uit voor hun strijd, anderzijds kán hij de ondermijning vanuit de PLO niet over zijn kant laten gaan. Ondertussen hitsen radicaal-linkse Palestijnse bewegingen de PLO op en noemen de Jordaanse hoofdstad Amman al het “Hanoi van de Palestijnse worsteling”.[13]

In september 1970 neem Hussein een rigoureus, maar vanuit zijn oogpunt onvermijdelijk besluit: hij voert de krijgswet in en verdrijft de PLO met harde hand uit Jordanië. Deze maand, door veel Palestijnen aangeduid met ‘Zwarte September’, vormt het startpunt van een burgeroorlog die Jordanië tot juli 1971 in haar greep houdt.[14] Wanneer Syrië medio september 1970 besluit militair in te grijpen om de PLO te steunen, krijgt Jordanië steun uit onverwachte hoek: de VS en Israël springen bij. Na dreigende aanvallen door de Israëlische luchtmacht, trekt Syrië zich op 23 september terug.[15]

De strijd met de fida’iyyun overtuigt koning Hussein ervan dat het recht op zelfbeschikking voor de Palestijnen niet bij holle retoriek kan blijven. In 1972 presenteert hij plannen voor een federatie tussen de oostelijke en westelijke Jordaanoever, met grote mate van autonomie voor de Palestijnen in het westelijke deel.[16] Hussein hoopt met deze handreiking de Palestijnen zoveel mogelijk uit handen te houden van de PLO, die nog altijd een dreiging vormen voor zijn gezag. In hetzelfde jaar leer de wereld de Zwarte September-beweging met de dodelijke gijzelingsactie tijdens de Olympische Spelen in München.

De voorpagina van de Britse tabloid The Sun de dag na de gijzelingsactie van Zwarte September. Bron: https://steamcommunity.com/sharedfiles/filedetails/?id=1331544915

De reacties in de Westelijke Jordaanoever zijn gemengd. De PLO, bang voor een deal tussen Jordanië en Israël waardoor de bevrijdingsorganisatie fors inboet aan legitimiteit, organiseert een conferentie waarin fel wordt uitgehaald naar Jordanië.[17] De federatie had het einde van de PLO kunnen betekenen, maar kan rekenen op weinig enthousiasme vanuit Israël. PLO-leider Arafat telt zijn zegeningen: ‘Soms denk ik dat we geluk hebben dat Israël onze vijand is. Ze hebben ons al vaak gered!’[18]

In oktober 1973 breekt wederom oorlog uit tussen Egypte en Syrië enerzijds en Israël anderzijds. Hoewel beide zijden de overwinning claimen, is het vooral de PLO die profiteert. Jordanië erkent de organisatie als de enige legitieme vertegenwoordiger van de Palestijnen. Een deal tussen Jordanië en Israël over de Westelijke Jordaanoever is daarmee definitief van tafel.[19]

De Eerste Intifada en de weg naar vrede

Op 9 december 1987 rijdt een Israëlische legertruck in het Palestijnse vluchtelingenkamp Jabalia (Noord-Gaza) in op een groep mensen. Vier Palestijnen vinden daarbij de dood. En hoewel Israël volhoudt dat sprake is van een ongeluk, is de geest allang uit de fles. Frustraties over twintig jaar bezetting worden massaal gekanaliseerd richting het bezettingsleger. De PLO, Hamas en Islamitische Jihad vormen een verenigd front en weten de volkswoede om te zetten in gewelddadige protesten die Israël slechts met zwaar geschut kan bedwingen.

De Intifada zorgt ook voor een groei in het nationaal bewustzijn van de Palestijnen, die tot dan toe hun identiteit vooral ontleenden aan de verliezen tijdens catastrofe (al-Nakba) van 1948 en de Zesdaagse Oorlog in 1967. Jordanië ziet dit vooral als een bedreiging voor de nationale soevereiniteit. Het koningshuis probeert andere Arabische leiders er tijdens een speciale bijeenkomst van de Arabische Liga in Algiers in juni 1988 nog van te overtuigen dat alléén Jordanië uitkomst kan bieden, maar die oproep vindt nauwelijks gehoor. Op 31 juli maakt koning Hussein bekend dat Jordanië zich na 40 jaar terugtrekt uit de Westelijke Jordaanoever.[20]

De Eerste Intifada betekent ook de opkomst van de Islamitische Verzetsbeweging Hamas, dat in tegenstelling tot de PLO níet bereid is Israël te erkennen. De politieke leiding is in eerste instantie gevestigd in Koeweit, maar wordt na de inval van Saddam Hussein gedwongen te verkassen. De keuze valt daarbij op Jordanië, dat zich ondanks de verzoeningspogingen met Israël nog altijd profileert als steunpilaar voor de Palestijnen.[21]

Hamas ontwikkelt zich razendsnel tot een geoliede machine, maar de institutionalisering en groei krijgt een knauw na de Oslo-akkoorden van september 1993. Jordanië staat onder internationale druk om óók een vredesverdrag met Israël te sluiten, iets waar Hamas totaal niet toe bereid is.[22] Als de joods-orthodoxe extremist Baruch Goldstein in februari 1994 een bloedbad aanricht in Hebron, dwingt de Jordaanse overheid de Hamasleiding ervan zich níet in agressieve bewoordingen uit te spreken over een mogelijke vergelding.[23]

In oktober 1994 tekenen bij de grensovergang in Wadi Araba de vrede. Dat wil niet zeggen dat voor Jordanië de kous daarmee af is. Het blijft het vredesproces tussen de Palestijnen en Israël actief steunen, mede ingegeven door eigenbelang. Aan de rechterflank van de Israëlische politiek gaan steeds meer stemmen op die vinden dat de gehele Westelijke Jordaanoever geannexeerd zou moeten worden en dat de Palestijnen in feite al een thuisland hebben: Jordanië. De angst voor een massale toevlucht van Palestijnen, mogelijk gevolgd door een annexatie van Jordanië door Israël, leidt ertoe dat Jordanië groot voorstander wordt van de tweestatenoplossing.[24]

De Jordaanse koning Hussein (l) en de Israëlische premier Yithzak Rabin (r) tekenen onder toeziend oog van Bill Clinton de vrede. Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Israel%E2%80%93Jordan_peace_treaty

In oktober 1998 tekenen afgevaardigden van de Israëlische overheid en de Palestijnse Autoriteit (PA, gevormd bij de Oslo-akkoorden vijf jaar eerder) een verdrag dat de intenties van beide partijen richting een duurzame vrede moet bekrachtigen. Het betekent ook een omslagpunt in de relatie tussen Jordanië en Hamas: Jordanië erkent de PA als enige legitieme representatie van de Palestijnen, tot woede van de leiding van Hamas.[25]

Wat volgt is een strijd die weliswaar minder slachtoffers eist dan ‘Zwarte September’, maar desalniettemin veel gelijkenissen toont. De Jordaanse autoriteiten zijn bang dat Hamas de Palestijnen in Jordanië mobiliseert om het koningshuis omver te werpen. De kersverse koning Abdullah II (op 9 juni gekroond na het overlijden van zijn vader) besluit een vuist te maken: op 30 augustus 1999 worden de kantoren van Hamas bestormd en arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen onder meer Hamasleider Khalid Mesh’al.[26] Op 21 november wordt de driekoppige leiding (naast Mesh’al ook Ibrahim Gosheh en Izaat al-Rishiq) op een vliegtuig gezet en gedeporteerd richting Qatar.[27]

Een rol op het tweede plan

De rol van Jordanië in het vredesproces vervaagt na 1999 als gevolg van de strijd met Hamas.[28] Feitelijk kón het koningshuis niet anders dan de banden met Hamas te verbreken: Hamas was in 1999 fel gekant tegen de tweestatenoplossing, terwijl dat voor Jordanië nog altijd de énige oplossing is. Immers, het doemscenario van Jordanië als ‘alternatief thuisland’ voor de Palestijnen blijft als een boze wolk boven Amman hangen zolang Israël de staat Palestina niet erkent en de verrechtsing in de Israëlische politiek doorzet. De Jordaanse houding ten opzichte van het vredesproces is op die manier zowel buitenlands als binnenlands beleid.[29]

Het is des te zuurder voor Abdullah II en zijn kabinet dat Jordanië als irrelevant wordt beschouwd door Trump en Kushner. Met een bevolking die voor meer dan de helft uit Palestijnen bestaat, is Jordanië zonder twijfel het land waarop een mogelijk vredesverdrag de grootste impact heeft.[30] En hoewel het plan van de VS nog altijd in nevelen is gehuld, lijkt voor het Hasjemitische Koninkrijk slechts een rol op het tweede plan weggelegd. Daarmee is het ‘geniale plan’ van de Amerikaanse president en zijn schoonzoon nu al gedoemd te mislukken.

 

 

 

 

 

 

 

[1] Asher Susser, Israel, Jordan and Palestine: the Two-State Imperative (Waltham MA 2012) 19.

[2] Mary C. Wilson, ‘King Abdullah and Palestine’, Bulletin (British Society for Middle Eastern Studies) 14 (1987) 1, 37-41, aldaar 39.

[3] Susser, Israel, Jordan and Palestine, 31.

[4] Wilson, ‘King Abdullah and Palestine, 37.

[5] Susser, Israel, Jordan and Palestine, 22.

[6] Ibidem, 174.

[7] Susser, Israel, Jordan and Palestine, 23.

[8] Ibidem, 174.

[9] Ziv Rubinovitz, ‘Blue and White ‘Black September’: Israel’s Role in the Jordan Crisis of 1970, The International History Review 32 (2010) 4, 687-706, aldaar 689.

[10] Susser, Israel, Jordan and Palestine, 177.

[11] Rubinovitz, ‘Blue and White ‘Black September’’, 689.

[12] Susser, Israel, Jordan and Palestine, 177.

[13] Ibidem, 178. Hanoi is de stad van waaruit de communisten in Vietnam hun macht vergrootten tijdens de Vietnamoorlog, tot ontsteltenis van de Amerikanen.

[14] Susser, Israel, Jordan and Palestine, 178.

[15] Rubinovitz, ‘Blue and White ‘Black September’’, 698.

[16] Susser, Israel, Jordan and Palestine, 181.

[17] Ibidem, 183.

[18] Susser, Israel, Jordan and Palestine, 184.

[19] Ibidem, 184.

[20] Susser, Israel, Jordan and Palestine, 187-188.

[21] Azzam Tamimi, Hamas: a History From Within (Northampton MA 2007) 72.

[22] Tamimi, Hamas: a History from Within, 78.

[23] Ibidem, 79.

[24] Susser, Israel, Jordan and Palestine, 191.

[25] Tamimi, Hamas: a History from Within, 121.

[26] Ibidem, 125-126.

[27] Tamimi, Hamas: a History from Within, 134.

[28] Ibidem, 145.

[29] Susser, Israel, Jordan and Palestine, 192.

[30] Dit betreft een schatting uit 2012. Zie: Susser, Israel, Jordan and Palestine, 17.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *