Close

19 januari 2019

Hezbollah: verzetsbeweging met een Januskop14 min leestijd

Afgelopen december begon Israël met de vernietiging van illegale tunnels onder de grens met Libanon. De tunnels, volgens een legerwoordvoerder een ‘flagrante en hevige schending van de soevereiniteit van Israël’, werden vernietigd om de dreiging vanuit de ‘islamitische terreurbeweging Hezbollah’ te dempen. De timing was op zijn zachtst gezegd opvallend: de acties begonnen uitgerekend nadat de politie een aanklacht wegens corruptie tegen minister-president Netanyahu had aanbevolen. Daarnaast: kwalificeert Hezbollah eigenlijk wel als terreurbeweging? De organisatie heeft al in verschillende verhalen op al-Sham gefigureerd. Het wordt tijd dat het de volle aandacht krijgt.

Inspiratie uit Karbala

Hezbollah is een sjiitische organisatie. En hoewel de tegenstellingen tussen sjiieten en soennieten in het Westen over het algemeen groter worden gemaakt dan ze daadwerkelijk zijn, is er één punt in de geschiedenis aan te wijzen waarop de wegen van de sjiieten en soennieten definitief scheidden: de Slag bij Karbala in 680.

Na de dood van profeet Mohammed in 632 ontstaat de eerste frictie binnen de islamitische gemeenschap op het Arabisch schiereiland. Aanhangers van zijn schoonzoon Ali zijn ervan overtuigd dat alleen híj de aangewezen persoon is om Mohammed op te volgen als eerste kalif, terwijl de dominante Quraysh-stam voorstaat dat Mohammed nooit duidelijk een opvolger had aangewezen en de macht daarom aan hen toebehoord. In 661 sticht Mu’awiyah namens de Quraysh de dynastie van de Umayyaden, maar de strijd met de volgelingen van Ali (die een jaar eerder zelf was vermoord) is niet ten einde.

In 680 vragen de inwoners van Kufa aan de zoon van Ali, imam Hussein, om hen te leiden en de ‘gemeenschap zoals bedoeld door Mohammed te herstellen’[1], een aanbod dat Hussein haast niet kán weigeren. Yazid, zoon van de stichter van de Umayyaden-dynastie Mu’awiyah, ziet dit als een rechtstreekse provocatie en laat zijn gigantische leger oprukken richting Karbala. Hussein wordt algauw omsingeld door een leger dat vele malen groter is dan het zijne, maar weigert zich over te geven. De strijd duurt tien dagen, maar op de laatste dag sterft Hussein dan toch zijn martelaarsdood. Binnen de sjiitische gemeenschap wordt die tiende dag van de Slag bij Karbala (ashura) ieder jaar weer herdacht en nagespeeld. In de ogen van sjiieten is Hussein hét toonbeeld van vastberadenheid en heldendom, en illustratief voor de minderheidspositie die de sjiieten sindsdien innemen.

Na jaren van spanning als gevolg van de verdeel-en-heers-politiek en strakke sektarische scheidslijnen tussen 1920 en de jaren 1970, breekt in 1975 de burgeroorlog uit in Libanon. Een jaar daarvoor had de sjiitische geestelijke Musa al-Sadr een sjiitische beweging opgericht, en de dreigende burgeroorlog noopt de beweging ertoe ook een militaire tak op te richten.[2] Wanneer Israël in 1982 Libanon binnenvalt, richten sjiitische strijders de Hezbollah-beweging (partij van God) op om de invasie terug te dringen. Al-Sadr zelf is dan ondertussen al van het toneel verdwenen, nadat hij in 1978 niet meer terugkeerde van een bezoek aan de Libische leider Muammar al-Khaddafi.[3]

In 1985 publiceert Hezbollah in een open brief haar handvest. Het belangrijkste aspect van het oprichtingsdocument: Hezbollah ziet in de wereld een scheidslijn tusen de ‘onderdrukkers’ en de ‘onderdrukten’.[4] Waar de sjiieten in 680 het onderspit delfden tegen het gigantische leger van Yazid, moest nu de strijd worden aangebonden met de nieuwe onderdrukkers: ‘de zionistische vijand’, de Verenigde Staten en de NAVO.[5] Hezbollah maakt in haar retoriek handig gebruik van haar positie als underdog door meermaals een beroep te doen op de Slag bij Karbala.[6] Hoewel de strijd tussen ‘onderdrukkers’ en ‘onderdrukten’ een fundamenteel aspect vormt van de organisatie, beschouwt de organisatie zelf een groot deel van haar handvest eerder als een historisch document dan een gids.[7]

Sjiitische organisaties hadden zich in het decennium voorafgaand aan de burgeroorlog al populair gemaakt door onder meer armerenzorg, onderwijs en andere instituties die mensen hielpen te voorzien in hun levensbehoeften.[8] De Israëlische invasie in 1982 schetste creëerde voor de sjiitische milities een mogelijkheid zich op te werpen als beschermheer van de gemeenschap. Zoals toenmalig minister van Defensie Ehud Barak het verwoordde:

‘Toen wij Libanon binnenvielen, was er geen Hezbollah. We weren met geparfumeerde rijst en bloemen ontvangen door de sjiieten in het zuiden [van Libanon]. Het was onze aanwezigheid die Hezbollah creëerde.’[9]

– Ehud Barak

Een jaar na de invasie zorgt een navigatiefout van een Israëlische konvooileider voor misschien wel de meest symbolische confrontatie tussen Israël en de sjiitische inwoners van Zuid-Libanon. Uitgerekend op de dag van ashura rollen de tanks het stadje Nabatiyah in, waar de tiende dag van de Slag bij Karbala op dat moment wordt nagebootst. De symboliek van de ‘onderdrukker’ ontgaat de uitzinnige menigte niet en de woede richt zich massaal op de Israëlische soldaten, alsof het leger van Yazid uit de dood was herrezen.[10] Het incident in Nabatiyah is een wake-up call voor de Israëliërs: een blunder als deze moest koste wat het kost worden vermeden.

Hezbollah had zich op dat moment nog niet wereldkundig gemaakt, maar dat er sprake was van enorm sjiitisch verzet kon niet worden ontkend: bij een aanslag op een Frans-Amerikaanse marinebasis in oktober 1983 vallen 240 doden. Over het algemeen wordt dit gezien als het eerste wapenfeit van de Partij van God (vertaling uit het Arabisch van Hezbollah), maar voormalig CIA-agent Robert Baer acht de kans groter dat het Iran was die achter de dodelijke aanslag zat.[11] Desalniettemin werpen de dodelijke confrontaties in Nabatiyah en bij de marinebasis voor het sjiitisch verzet haar vruchten af: in 1983 trekt de VS zich terug, in 1985 besluit ook Israël de manoeuvre richting Beiroet te staken – zonder zich volledig terug te trekken uit Libanon.

Hezbollah als machtsfactor

Na het einde van de oorlog in 1990 begint binnen Hezbollah een proces van ‘Libanonisering’: de deur richting het christelijke deel van de bevolking (ongeveer een derde van het totaal inwonersaantal) wordt op een kier gezet, en er worden verschillende bewegingen opgericht om de sociale problemen als gevolg van de oorlog aan te pakken.[12] Bij de Taif-akkoorden, die een einde maakten aan de oorlog, was al vastgelegd dat Hezbollah als islamitische verzetsbeweging mocht blijven bestaan. In de ogen van veel Libanezen blijft dat ook belangrijk: Israël blijft ondanks het einde van de burgeroorlog aanwezig in Zuid-Libanon, en vormt een sta-in-de-weg voor de wederopbouw.[13]

In 1993 wordt een mondeling akkoord gesloten tussen Hezbollah en het Israëlische leger (IDF). Hezbollah richt zich uitsluitend op de “veiligheidszone” aan de grens met Israël, Israël op haar beurt belooft geen burgerslachtoffers te maken. In 1996 escaleert het alsnog: bij een aanval op Zuid-Libanon vallen burgerdoden, waarna Hezbollah terugslaat met raketten. Als reactie hierop start plaatsvervangend premier Shimon Peres een gigantisch offensief op Zuid-Libanon: operatie “Grapes of Wrath”. Saillant detail: dit alles gebeurt in de periode voorafgaand aan de verkiezingen, waarin Peres door oppositieleider Netanyahu wordt beschuldigd van een zwakke opstelling ten aanzien van de vijandige buren van Israël.

Het dieptepunt vanuit Libanees perspectief gedurende operatie “Grapes of Wrath” (druiven des toorns) vindt plaats op 18 april 1996, wanneer bij een Israëlisch bombardement op een VN-basis in Qana maar liefst 106 burgers worden gedood. Nog altijd worden vanuit Beiroet trips georganiseerd naar de stad in het zuiden van het land om de slachtoffers te herdenken. Op borden valt te lezen: ‘Qana is het Karbala van de twintigste eeuw; het is het land dat heilig werd gemaakt door Jezus [sic] en werd bevlekt door de zionistische satan, vijand van God.’[14]

In mei 2000 besluit Israël zich alsnog terug te trekken uit Libanon, hoewel het aanwezig blijft in het betwiste gebied van de Shebaa-boerderijen.

Het betwiste gebied van de Shebaa-boerderijen. Bron: https://www.aljazeera.com/focus/2010/05/201052513611882652.html

Door deze halfslachtige terugtrekking voelt Hezbollah zich genoodzaakt (of: gesterkt) door te gaan met het gewapend verzet.[15] Hezbollah wil vooral uitstralen dat het niet bang is voor Israël: aan de grens staan borden met in het Hebreeuws: ‘kom gerust terug als je durft, dan doen wij dat ook’.[16] Toch vormen de jaren 2000-2006 een periode van relatieve rust, waarin gemiddeld één burgerdode per jaar valt.

In mei 2006 lopen de spanningen hoog op. Hezbollah wordt na de terugtrekking van Syrië in april 2005 – waarover zo meer – vanuit Libanon aangespoord het gewapend verzet te staken.[17] Hezbollah heeft een reden nodig om dat níet te doen, en een confrontatie met Israël lijkt daarvoor bij uitstek geschikt. Ook Israël lijkt wel te porren voor een strijd: de recent verkozen premier Ehud Olmert heeft een imago als havik hoog te houden en de ontdekking van geheime communicatiekanalen tussen Hezbollah en Hamas komt hem niet slecht uit.[18]

In juli 2006 barst de bom. Hezbollah kidnapt op 12 juli twee Israëlische soldaten in het betwiste grensgebied, en bij de daaropvolgende achtervolging worden nog eens drie soldaten gedood en een tank verwoest. De reactie van Israël is grotesk: Zuid-Libanon wordt volledig platgebombardeerd. Olmert lijkt uit op de totale vernietiging van de sjiitische verzetsbeweging: ‘Hezbollah is als een kanker die weggesneden moet worden.’[19]

Beide zijden lijken de kracht van de tegenstander hevig onderschat te hebben. De vergeldingsactie vanuit Israël is véél heftiger dan verwacht, wat Hezbollah-leider Hasan Nasrallah later zelf ook toegeeft. In totaal vallen meer dan 1000 doden aan Libanese zijde. Desalniettemin levert het Hezbollah enorme populariteit op: de beweging kan gedurende de oorlog rekenen op 87 procent steun onder de bevolking.[20] De strijd tegen Israël maakt Hezbollah en ‘hoofdsponsor’ Iran ook erg populair in de rest van het Midden-Oosten. Iran, Hezbollah en Hamas vormen samen de ‘As van Verzet’ en veroveren daarmee harten van veel moslims in de regio.[21]

Hezbollah heeft een heus museum opgetuigd om de ‘heldhaftige strijd tegen de zionistische satan’ te gedenken. (eigen foto)

De oorlog duurt uiteindelijk 34 dagen. Belangrijk keerpunt in de strijd is het Israëlische bombardement op – wederom – Qana, waar deze keer 28 burgerdoden vallen.[22] Waar Arabische landen als Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Jordanië en Egypte Hezbollah in eerste instantie veroordeelden (de contouren van de Koude Oorlog worden hier zichtbaar), besluiten ze zich nu achter Israël te scharen. Het staakt-het-vuren op 14 augustus 2006 valt in het voordeel van Hezbollah uit: de VN-vredesmissie aan de grens met Israël UNIFIL mag géén actie ondernemen om de beweging te ontwapenen zonder steun van de Libanese regering, waarmee de milities aan de grens de facto worden toegestaan.[23] Daarnaast: Hezbollah komt als morele winnaar uit de strijd. Israël had als doel de beweging met wortel en tak uit te roeien, maar krijgt in plaats daarvan juist vergaande legitimering van haar aartsrivaal.

Hezbollah binnen Libanon

De legitimering heeft binnen Libanon dan allang plaatsgevonden. De successen begin jaren tachtig in combinatie met het liefdadigheidswerk heeft Hezbollah populair gemaakt. In eerste instantie was de beweging vooral populair onder het sjiitische deel van de bevolking, in de buitenwijken van Beiroet, de Bekaa-vallei en Zuid-Libanon, maar ook onder christenen is Hezbollah geliefd. Om dat te begrijpen, moeten we terug naar het jaar 2004.

Na de burgeroorlog was Israël niet het enige land dat zich weigerde terug te trekken uit Libanon. Ook Syrië, de andere machtige buur van Libanon, wilde erop toezien dat er toch vooral een politieke leiding kwam waar al-Assad op kon rekenen (lees: een marionet). De kieswet leek gemáákt om dit te bewerkstelligen, met vertegenwoordigers uit gemeenschappen die Syrië over het algemeen goed gezind zijn op de belangrijkste posities. Desalniettemin weigert al-Assad zijn soldaten terug te halen.

In 2004 ontstaat wrijving tussen de soennitische premier Rafiq Hariri (op papier de regeringsleider) en de christelijke, door Syrië gesteunde president Emile Lahoud. Lahoud heeft zojuist vier jaar gediend als president, en volgens de grondwet mag een president maar één termijn dienen. Lahoud ontvangt steun vanuit Syrië om zijn termijn met drie jaar te verlengen, maar dat is tegen het zere been van Hariri. Immers, de premier heeft al moeten toestaan dat Lahoud de kabinetsvergaderingen voorzit terwijl dit eigenlijk aan de premier is, en nóg drie van deze jaren ziet hij niet zitten.[24]

Op 14 februari ontploft er een bom in het konvooi waarin Hariri door Beiroet rijdt. De premier is op slag dood. Het is niet alleen de eerste politieke moord sinds het einde van de burgeroorlog, de moordaanslag betekent een waterscheiding in de Libanese politiek vanaf dat moment. De vingers wijzen al snel naar de Syrische geheime dienst, die uiteraard met klem ontkent.

Hezbollah, toch al geen fan van Hariri en afhankelijk van steun vanuit Iran, kan zich geen verontwaardiging veroorloven. Op 8 maart 2006 organiseert het een demonstratie als steunbetuiging aan de Syriërs.[25] Dit als reactie op de ‘Cederrevolutie’ die de grond uitschoot na de moord op Hariri: overwegend soennitische moslims en christenen bundelen hun krachten om een meer pro-Amerikaanse koers te varen en onafhankelijker te opereren van Iran en Syrië. Op 14 maart krijgen zij maar liefst een miljoen mensen op de been om de dood van Hariri te herdenken en de inmenging vanuit Syrië te veroordelen.[26] Om een kleine indicatie te geven van de populariteit: in Libanon wonen op dat moment zo’n vierenhalf miljoen mensen.[27]

Demonstratie om steun te betuigen aan de vermoorde premier Rafiq Hariri. Bron: https://www.alaraby.co.uk/english/news/2018/3/8/court-rejects-acquittal-appeal-by-rafiq-hariri-assassination-suspect

De allianties tussen soennieten, druzen en christenen enerzijds (Cederrevolutie) en sjiieten en christenen (naast Hezbollah ook de huidige president Michel Aoun) anderzijds zorgen voor een politieke impasse, die nog altijd voortduurt. Immers: de Libanese grondwet bepaalt dat de president altijd een christen moet zijn, de premier soennitisch en de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden sjiitisch.

Het maakt de Libanese politiek een stroef apparaat waar alles met consensus moet worden besloten. Het is niet voor niets dat Libanon na de verkiezingen in mei 2018 nog altijd (op 19 januari 2019) geen regering heeft. De moord op Hariri werpt daarnaast nog steeds haar schaduw over de politiek: Hezbollah weigert hieraan mee te werken en liet hier in 2009 al eens een kabinet over vallen. De huidige premier en zoon van Rafiq Hariri, Saad Hariri, lijkt daarnaast meer richting Saoedi-Arabië en de Verenigde Staten te leunen. Zo kan het zijn dat de Koude Oorlog tussen Iran en Saoedi-Arabië is doorgedrongen tot aan de formatietafels in Libanon.

Terreurbeweging, politieke partij of gewapend verzet?

We begonnen dit artikel onder meer met de vraag of Hezbollah kan worden aangemerkt als terreurbeweging. De goede lezer van al-Sham heeft ook de parallellen met Hamas gezien: een beroep doen op gewapend verzet tegen Israël, een voorgeschiedenis van liefdadigheidswerk en een handvest dat eerder een historisch document dan een gids is. Eén verschil is misschien onderbelicht gebleven: Hezbollah richt zich sinds de oprichting in 1985 in eerste instantie op het Israëlische leger.[28] Daar vallen burgerdoden bij en iedere is er één teveel, maar vallen die dan niet door bombardementen van het Amerikaanse, Israëlische of desnoods Nederlandse leger?

Heden ten dage houdt Hezbollah zich met twee zaken bezig: allereerst probeert het – via partners van de partij, zelf deed Hezbollah niet mee aan de laatste verkiezingen – haar invloed in Libanon te behouden tijdens de formatiegespreken, anderzijds steunt het Iran en Assad tijdens de burgeroorlog in Syrië.

De formatiegesprekken verlopen moeizaam. De alliantie van de cederrevolutie wil vergaande verantwoordelijkheden voor het Libanontribunaal in Leidschendam, dat de moord op Hariri onderzoekt. Saad Hariri zelf heeft weinig bewegingsruimte: hij wordt streng gecontroleerd door Saoedi-Arabië en werd vóór de verkiezingen zelfs ‘gegijzeld’ door Mohammed bin Salman. De boodschap was duidelijk: buig niet voor Iraanse invloeden. Hezbollah, al jaren de trouwste bondgenoot van Iran, kan dit niet laten gebeuren en dreigt met volksopstanden als de invloed van Saoedi-Arabië te groot wordt. Ondertussen lijkt de strijd in Syrië in het voordeel van Assad, Iran en Hezbollah uit te pakken.

Bij die strijd worden munitiedepots en andere strategische doelen regelmatig bestookt met raketten uit Israël. De spanningen lopen regelmatig op, met de vernietiging van tunnels afgelopen december als voorlopig dieptepunt. De aankomende verkiezingen in Israël zullen dat wellicht verder doen toenemen, maar tot een gewapende strijd zal het niet snel komen. De verliezen in de zomer van 2006 zitten aan beide kanten nog té vers in het geheugen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

[1] A.R. Norton, Hezbollah: a Short History (Princeton 2007) 50.

[2] Rola El Husseini, ‘Hezbollah and the Axis of Refusal: Hamas, Iran and Syria’, Third World Quarterly 31 (2010) 5, 803-815, aldaar 806.

[3] Norton, Hezbollah: a Short History, 21.

[4] Ibidem, 36.

[5] ‘An Open Letter: The Hizballah Program’, al-Safir (16 februari 1985), 1.

[6] Rola El Husseini, ‘Hezbollah and the Axis of Refusal: Hamas, Iran and Syria’, Third World Quarterly 31 (2010) 5, 803-815, aldaar 805.

[7] Norton, Hezbollah: a Short History, 46.

[8] Ibidem,, 108-109.

[9] Norton, Hezbollah: a Short History, 33.

[10] Ibidem, 66.

[11] Norton, Hezbollah: a Short History, 78.

[12] El Husseini, ‘Hezbollah and the Axis of Refusal’, 807.

[13] Norton, Hezbollah: a Short History, 83.

[14] Ibidem, 85.

[15] El Husseini, ‘Hezbollah and the Axis of Refusal’, 808.

[16] Norton, Hezbollah: a Short History, 91.

[17] Ibidem, 132.

[18] Norton, Hezbollah: a Short History, 134.

[19] Ibidem, 139.

[20] El Husseini, ‘Hezbollah and the Axis of Refusal’, 808.

[21] Edward Wastnidge, ‘Iran and Syria: an Enduring Axis’, Middle East Policy 24 (2017) 2, 148-159, aldaar 151-152.

[22] Norton, Hezbollah: a Short History, 140.

[23] Ibidem, 141.

[24] Norton, Hezbollah: a Short History, 125.

[25] Ibidem, 128.

[26] Idem.

[27] Populstat.info

[28] Norton, Hezbollah: a Short History, 85.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *