Close

24 november 2018

‘Oslo’ 25 jaar later: de nieuwe realiteit11 min leestijd

Avigdor Lieberman trad vorige week af als minister van Defensie. Hij vond de opstelling van premier Netanyahu na de laatste escalatie in de Gazastrook (een Israëlische inlichtingenmissie mislukte faliekant en leidde tot vergeldingen van Hamas en Islamitische Jihad, die weer werden beantwoord met Israëlische bombardementen) maar slapjes. Netanyahu, dé man van rechts Israël in de jaren negentig en door sommigen beschouwd als medeplichtige aan de moord op premier Yitzhak Rabin, leek in vergelijking met zijn kabinetsleden ineens een pacifist. Wat is er gebeurd sinds 13 september 1993, toen er met de Oslo-akkoorden eindelijk een spoorboekje naar vrede leek te liggen?

De retoriek van Netanyahu

Benjamin ‘Bibi’ Netanyahu wordt in 1993 leider van rechts-conservatieve Likudpartij. In datzelfde jaar vinden in Oslo geheime onderhandelingen plaats over een principeakkoord dat moet dienen als basis voor een later vredesverdrag. Zodra deze onderhandelingen bekend worden, barst Netanyahu in woede uit.

Netanyahu verschilt principieel van mening met premier Yitzhak Rabin over het opgeven van territorium en de relatie tussen vrede en veiligheid. Dat zit zo: Benjamin Netanyahu’s ideologie werd in grote mate beïnvloed door zijn vader, historicus en fervent aanhanger van het revisionistisch zionisme (stroming die een zo groot mogelijke joodse staat nastreeft waar ook Jordanië onderdeel van uit zou moeten maken): territorium als garantie voor veiligheid.[1] Zijn vader overtuigde Bibi er ook van dat de strijd voor een Groot-Israël er eentje is voor de lange termijn: tijd is in het voordeel van Israël en vredesonderhandelingen leiden alleen maar tot concessies.[2] Rabin is in alles het tegenovergestelde.

Netanyahu spreekt een uitzinnige menigte toe na de ondertekening van Oslo II. Screencap: https://www.youtube.com/watch?v=JhMF30VLZCA

Na de Oslo-akkoorden maakt de wereld kennis met de genadeloze retoriek van Netanyahu. In juli 1995 organiseert hij een schijnbegrafenisstoet voor Rabin, inclusief doodskist. Na de ondertekening van het tweede Oslo-akkoord op 28 september 1995 houdt hij een vurige speech in Jeruzalem, naast een spandoek met daarop de tekst “Dood aan Rabin”.[3] Wanneer Rabin op 4 november 1995 daadwerkelijk wordt vermoord, wijzen de beschuldigende vingers dan ook in zijn richting.[4]

Desondanks wordt Netanyahu in 1996 verkozen tot premier, de jongste ooit. Schoorvoetend en onder druk van de publieke opinie tekent hij enkele verdragen (Wye, Hebron), maar in de praktijk komt het nauwelijks tot terugtrekkingen uit de bezette gebieden. Het vuur van hoop dat in alle hevigheid woedde tussen 1993 en 1995, was bij het einde van Netanyahu’s eerste termijn verworden tot een nietig vonkje.

Zwakte op ‘links’

Wanneer Ehud Barak in 1999 Netanyahu verslaat, wordt hij onthaald als de “nieuwe Rabin”. Barak heeft liefst 35 jaar in het leger gediend en in die tijd de ene na de andere onderscheiding verdiend. Daarnaast wordt hij alom geprezen om zijn intelligentie. Onder deze premier zouden er eindelijk weer eens stappen richting een oplossing gezet kunnen worden.

Al snel blijkt dat tegen te vallen: Barak is bereid vergaande concessies te doen, maar mist één essentiële eigenschap: empathie.[5] Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Camp David-onderhandelingen in 2000 uitlopen op een mislukking. Barak vertrouwt Yasser Arafat voor geen cent en spreekt geen enkele keer één-op-één met hem. Na het uitbreken van de Tweede Intifada valt het kabinet langzaam uit elkaar en in februari 2001 worden nieuwe verkiezingen uitgeschreven.

Ongemak tijdens de Camp David-besprekingen. blnr: Ehud Barak, Bill Clinton & Yasser Arafat. Bron: The Jewish Chronicle

Tussen 2001 en 2009 maken Likud en Kadima van voormalig generaal Ariel Sharon de dienst uit. Sharon verrast vriend en vijand door in april 2004 een volledige, unilaterale terugtrekking uit de Gazastrook aan te kondigen.[6] Likud reageert woedend en Sharon voelt zich genoodzaakt de gematigdere partij Kadima op te richten. Een enorme territoriale concessie, maar de Arbeiderspartij spreekt geen enkele rol van betekenis.

Nadat nieuwe vredesonderhandelingen tussen december 2006 en september 2008 op niets uitlopen, verzwakt de coalitie. Het staakt-het-vuren tussen Hamas en Israël loopt op niets uit. Op 27 december breekt de eerste Gazaoorlog uit, een conflict van drie weken waarin ruim 1000 Palestijnen de dood vinden, tegenover 13 Israëlische doden. Wie er verantwoordelijk minister was aan Israëlische zijde? Voormalig vredesduif en “nieuwe Rabin”, Ehud Barak.

Arafat en Abbas: voortdurend wantrouwen en interne verdeeldheid

Yasser Arafat ontpopt zich na de Zesdaagse Oorlog tot leider van de Palestijnen.[7] Op 13 september 1993 schudt hij onder toeziend oog van Bill Clinton de hand van Yitzhak Rabin. Rabin twijfelt zichtbaar, maar besluit de hand van zijn oude vijand toch te schudden. Arafat is overduidelijk in zijn nopjes. Desalniettemin blijkt Rabin bepaald niet de enige die zijn twijfels heeft bij de oprechtheid van de Palestijnse leider.

Na de verkiezing van Ehud Barak in 1999, breekt ook onder Palestijnen een gevoel van optimisme door. In juli 2000 ontmoeten Arafat en Barak elkaar in Camp David om onder auspiciën van – wederom – Clinton tot overeenstemming te komen over de verdere stappen na ‘Oslo’. De onderhandelingen lopen op niets uit, en volgens Barak is dat (niet geheel verrassend) volledig te wijten aan de opstelling van Arafat:

 

‘Arafat erkent het recht van de Joodse bevolking op een Joodse, democratische, zionistische staat niet. Als het alleen om een oplossing omtrent de bezetting zou gaan, waren we een heel eind op weg naar een definitieve oplossing geweest.’[8]

– Ehud Barak

 

Het constante verwijt aan het adres van Arafat is dat hij te weinig doet om terroristische aanslagen te voorkomen. Arafat weet deze beschuldigingen maar half te weerleggen: zijn opstelling ten tijde van de Tweede Intifada is op zijn zachtst gezegd halfslachtig te noemen. Naar verluidt leidt dit er zelfs toe dat de Israëlische premier Ariel Sharon vergaande plannen heeft om de PLO-leider te laten vermoorden.[9] Op 11 november 2004 sterft Arafat. Over de doodsoorzaak wordt nog altijd getwist.[10]

Zijn opvolger Mahmoud Abbas lijkt bereid samen te werken met Israël, maar heeft twee grote problemen: allereerst heeft hij niet de historische staat van dienst van Yasser Arafat. Daarnaast raakt hij verwikkeld in een strijd met de islamistische beweging Hamas. In juni 2006 wordt de politieke tak van Hamas de grootste partij in de Gazastrook, mede uit ongenoegen over het seculiere pad van de Fatahpartij en de enorme chaos in de dichtbevolkte kustenclave.

Mahmoud Abbas (links) en Yahya Sinwar. Bron: Ynetnews.com

Wat volgt is een burgeroorlog, waar Hamas als winnaar uit tevoorschijn komt. Dat is echter niet het belangrijkste resultaat. Hamas en de PLO werken elkaar continu tegen: Hamas beschuldigt Abbas ervan samen te werken met de vijand, Abbas beschuldigt Hamas ervan zijn eigen bevolking uit te hongeren en de vrede te saboteren. De Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever gaan zich meer en meer gedragen als afzonderlijke entiteiten, en Abbas komt in een onmogelijke situatie terecht.

In 2008 onderhandelt Abbas nog wel namens de Palestijnen in zowel Gaza als de Westelijke Jordaanoever over definitieve grenzen. Hij voelt de hete adem van Hamas in zijn nek, en begrijpt dat hij niet thuis kan komen met vergaande concessies ten opzichte van zijn onderhandelingspartner Ehud Olmert (Kadima). De onderhandelingen lopen wederom op niets uit en Abbas profileert zich nog altijd niet als beschermheer van de Palestijnen.

Het moet dan ook in dit licht gezien worden dat Abbas recent de erkenning van Israël opschortte. Hoewel van electoraal gewin geen sprake is (verkiezingen zijn in zowel Gaza als de Westelijke Jordaanoever iets uit een ver verleden), kán Abu Mazen weinig anders dan zich keihard opstellen. De geopolitieke omstandigheden zijn bepaald niet in zijn voordeel.

Ongeloofwaardige bemiddelaars en een verdeeld Europa

Op 20 januari 2017 wordt een oude bekende van Benjamin Netanyahu ingezworen als president van de Verenigde Staten. De banden met zijn schoonzoon, Jared Kushner, gaan nog verder terug. Het verhaal van de New York Times waar onder meer in staat opgetekend dat Benjamin Netanyahu bij een logeerpartij in huize Kushner de jonge Jared naar de kelder stuurde zodat ‘Bibi’ in zíjn bed kon slapen, is ondertussen legendarisch.

Het doet de rol van de Verenigde Staten als bemiddelaar in het conflict geen goed. De verplaatsing van de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem is een doorn in het oog van de tweestatenoplossing, nog altijd het mantra van de internationale gemeenschap. Dat uitgerekend Kushner is aangewezen als dé man die vrede moet stichten in het Midden-Oosten, is op zijn zachtst gezegd dubieus.

Trump en Netanyahu praten met elkaar, Kushner kijkt genoegzaam toe. Bron: politico.com

De Verenigde Naties zouden in tijden van polarisatie een baken van neutraliteit moeten zijn. Echter, de mensenrechtenraad roept de kritiek over zichzelf uit door haast routinematig resoluties aan te nemen over mensenschendingen door Israël. De VS trokken zich vorig jaar om deze reden terug, en ook vanuit andere hoeken komt regelmatig kritiek op de vermeende ‘anti-Israëlhouding’ van de mensenrechtenraad.

Het verhaal van Europa moge ondertussen duidelijk zijn. Van een geloofwaardig buitenlandbeleid is door onderlinge verdeeldheid weinig sprake. Illiberale democratieën als Hongarije en Polen trekken meer en meer samen op met Netanyahu, die in de ogen van Orbán en Kaczyński hét voorbeeld is op het gebied van migratie en (uitholling van) de rechtsstaat. Navrant is dat uitgerekend in deze landen antisemitisme dominant aanwezig is.

Benjamin Netanyahu, ondertussen bezig aan zijn derde opeenvolgende termijn sinds 2009, weet zich gesterkt door de geopolitieke ontwikkelingen. Zijn credo ‘tijd staat aan de kant van Israël’ is niet langer een wensgedachte van conservatieve zionisten, het is de nieuwe realiteit. al-Sham sprak daarover met Derk Walters, voormalig Israël-correspondent voor NRC en schrijver van het boek Israël zegt geen sorry meer.

De nieuwe realiteit

Op 29 november 2012 stemt de Algemene Vergadering van de VN in met de erkenning van Palestina als waarnemerstaat niet-lid. Het is een opsteker voor Mahmoud Abbas, die wel een winst kan gebruiken. Zes jaar later blijkt de erkenning weinig invloed te hebben gehad op de realiteit ‘on the ground’. Derk Walters was tussen september 2014 en juni 2017 correspondent in Israël en kent die realiteit als geen ander. Zijn werkvergunning werd per 1 juli 2017 opgezegd (officieel wegens ‘kwesties rond het aanvragen van de vergunning’, maar het moge duidelijk zijn dat kritische berichtgeving de werkelijke reden was), tekenend voor de nieuwe realiteit in Israël en de Palestijnse gebieden. Het is niet voor niets de ondertitel van zijn boek.

Los van het feit dat het boek kernachtig schetst hoe de politieke situatie tussen 2014 en 2018 is veranderd, geeft Walters ook een kraakheldere analyse:

 

‘De Israëlische beleidsbepalers willen in de kern drie dingen: een Joodse (1), democratische (2) staat op heel het grondgebied tussen de Middellandse Zee en de Jordaan (3). In werkelijkheid zijn er steeds maar twee van de drie wensen tegelijk te realiseren. Een democratische Joodse staat kan niet het hele grondgebied beslaan. Een Joodse staat op heel het grondgebied kan niet democratisch zijn. En een democratische staat op heel het grondgebied kan niet Joods zijn. Als ik zou moeten raden welke van deze drie fundamentele Israëlische wensen uiteindelijk zal sneuvelen, dan zal dat zeker niet het Joodse aspect van de staat zijn, en met de actuele tendensen zal ook de honger naar het grondgebied niet gestild worden. Dan blijft er maar één kernwaarde over om af te schaffen: de democratie.’[11]

 

Walters bevestigt dat Netanyahu niet erg gebaat is bij een oplossing op de korte termijn en dat een tweestatenoplossing totaal niet strookt met de realiteit. “Netanyahu heeft belang veel bij de huidige status quo, die langzaam maar zeker meer in het voordeel van Israël beweegt.” De Westelijke Jordaanoever wordt stukje bij beetje overgenomen, in een tempo dat nét te langzaam is om te leiden tot échte internationale ophef.

Gevraagd naar hoe die toekomst dan vorm zou kúnnen krijgen, haalt Walters het voorbeeld van Zuid-Afrika aan: “Het is goed mogelijk dat het in eerste instantie tot een binationale staat zal komen, met alle spanningen van dien. Er gaan stemmen op die zeggen dat het uiteindelijke tot een verzoening à la Zuid-Afrika zal komen, maar dat lijkt nog ver weg.”

Toegegeven, een vergezicht op het vredesproces wordt verstoord door de dichte mist die geopolitiek heet. Eén ding staat buiten kijf: de door het westen gepredikte tweestatenoplossing heeft al haar geloofwaardigheid verloren. De nieuwe realiteit staat het simpelweg niet toe.

 

 

De nieuwe realiteit op de Westelijke Jordaanoever met eigen ogen zien? Bekijk de interactieve documentaire The Holy Road.

 

[1] Yael Aronoff, The Political Psychology of Israeli Prime Ministers: When Hard-Liners Opt for Peace (New York 2014) 45.

[2] Aronoff, The Political Psychology of Israeli Prime Ministers, 46.

[3] Ibidem, 57-58.

[4] Middle East Eye, ‘Israel PM Netanyahu denies incitement before murder of Rabin’ (versie 13 november 2016), https://www.middleeasteye.net/news/israel-pm-netanyahu-denies-incitement-murder-rabin-2099572867 (23 november 2018).

[5] Aronoff, The Political Psychology of Israeli Prime Ministers, 134.

[6] Linda Butler, ‘A Gaza Chronology, 1948-2008’, Journal of Palestine Studies 38 (2009) 3, p. 98-121, aldaar 115.

[7] Ruud Hoff, Jasser Arafat (Soesterberg 2005) 30-31.

[8] Ibidem, 138.

[9] Aronoff, The Political Psychology of Israeli Prime Ministers, 87.

[10] De officiële versie is leverfalen, mogelijk als gevolg van aids. Echter, onderzoek van AlJazeera uit 2012 toont aan dat er weleens sprake van vergiftiging geweest zou kunnen zijn.

[11] Derk Walters, Israël zegt geen sorry meer (Houten 2018), 339.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *