Close

9 maart 2019

Syriëgangers en de erfenis van IS9 min leestijd

Afgelopen week publiceerde de Volkskrant een opzienbarend interview met de Nederlandse IS-strijder Yago R., waarin hij een opvallende uitspraak deed: ‘Ik hoop dat ik een tweede kans kan krijgen. Gewoon een rustig leventje in Nederland met mijn vrouw en gezin. […]’. Die uitspraak raakte een gevoelige snaar en deed de discussie over IS-gangers weer oplaaien. Wat doen we met Nederlandse IS-strijders, nu ook het laatste bolwerk van de terreurorganisatie lijkt te vallen? We hoeven niet al te ver terug naar het verleden om erachter te komen wat we in elk geval níet moeten doen.

Wie zijn de IS-strijders?

Volgens de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) zijn ongeveer 300 Nederlandse jihadisten uitgereisd naar het voormalige kalifaat in Syrië en Irak: 200 mannen en 100 vrouwen. Er wordt geschat dat er nu nog zo’n 130 strijders actief zijn, en nog 170 kinderen in Syrië of Irak verblijven. Meer dan de helft van de kinderen is jonger dan vier jaar, en kent geen ander leven dan het leven in het kalifaat.

Aantal uitgereisde volwassenen naar strijdgebied (cijfers 1 maart 2019). Bron https://www.aivd.nl/onderwerpen/terrorisme/dreiging/uitreizigers-terugkeerders-en-thuisblijvers

Het grootste gedeelte van de kinderen bevindt zich bij IS, hetzij in de nog niet veroverde gebieden, hetzij in een Koerdisch vluchtelingenkamp. De omstandigheden in vluchtelingenkampen als al-Hol zijn ronduit erbarmelijk: in al-Hol verblijven ondertussen zo’n 57 duizend mensen, waarvan 90 procent vrouwen en kinderen. “Verschillende families sliepen in de open lucht en onder dekens die over hekken waren gespannen, overgegeven aan de koude en de regen”, zegt Sara al-Zarqawi namens het Internationale Rode Kruis tegen Reuters.

De kinderen treft vanzelfsprekend geen blaam. Maar de ouders dan, hebben die het er niet zelf naar gemaakt? En kunnen die inderdaad “beter sterven dan dat ze terugkeren”, zoals onze premier in 2015 stelde? Sommige Syrië-gangers hebben bewust voor een leven in het kalifaat gekozen, maar over de mate van vrije wil valt te twisten.

De aanslagen van 11 september 2001 veroorzaakten een aardverschuiving in veel westerse samenlevingen. De Amerikaanse president George W. Bush wist zich aanvankelijk geen houding te geven, maar ging algauw keihard in de aanval: de War on Terrorism resulteerde in een inval in Afghanistan – met mandaat van de VN Veiligheidsraad – en Irak – zonder mandaat. Ondertussen nam het wantrouwen tussen de niet-moslimbevolking en de moslimbevolking toe. De spanning vond in Nederland een dieptepunt na 2 november 2004, toen filmmaker Theo van Gogh werd vermoord door Mohammed B., lid van de radicaalislamitische Hofstadgroep.

Meer en meer werden moslims geacht verantwoording af te leggen voor de daden van een klein groepje radicalen. Meer en meer werden Marokkaanse Nederlanders gezien als ‘de ander’, in plaats van onderdeel van de Nederlandse samenleving. Die tendens was niet exclusief voor Nederland: de islamofobie na 9/11 vervreemdde moslimjongeren over heel de wereld van de westerse samenlevingen waarin ze woonden.[1]

Twee zaken speelden daarnaast een rol in de aantrekkingskracht van IS: allereerst verwelkomde de terreurbeweging vanaf 2014 strijders uit álle landen, in tegenstelling tot al-Qaeda dat duidelijk onderscheid maakte tussen strijders uit Irak en de rest van de wereld.[2] Ook recent bekeerde jihadisten werden geaccepteerd en kregen een functie in de strijdkrachten of de bureaucratie. Geradicaliseerde moslims die waren grootgebracht met de islam kregen het gevoel eindelijk ergens bij te horen.

Daarnaast wist IS een alomvattende boodschap over te brengen die door geen enkele terreurorganisatie geëvenaard kon worden: een wereldwijd, “puur” kalifaat, waar iedereen volgens de shari’a kon leven. Die ambitieuze boodschap, die bovendien op gelikte wijze werd verspreid via social media, vond gehoor bij gemarginaliseerde moslimjongeren over heel de wereld.[3]

Als een feniks uit de as

IS kan, met een beetje flexibiliteit, gerust al-Qaeda 2.0 worden genoemd. Abu Musab al-Zarqawi stichtte al in de zomer van 2006 de voorloper van het huidige IS, Islamitische Staat in Irak. Het land lag in puin door de Amerikaanse invasie en de sektarische spanningen tussen het sjiitische en soennitische gedeelte van de bevolking bereikten een kookpunt: de Amerikanen hadden vrijwel alle soennieten uit het staatsapparaat ontslagen, en veel voormalig legerofficieren vonden hun heil bij jihadistische groeperingen.[4]

De eerste poging om een kalifaat te stichten mislukte nog, maar het uitbreken van de oorlog in Syrië bracht de chaos waarin de terreurbeweging kon gedijen. Onder leiding van de charismatische Abu Bakr al-Baghdadi werd de beweging tussen 2010 en 2013 grondig hervormd. De vanuit het regime van Saddam Hoessein overgelopen officieren bewezen hun waarde en vormden het Security Intelligence Council (SIC), de ruggengraat van de terreurorganisatie.[5]

Het is dit deel van IS dat verantwoordelijk is voor de voorbereidingen op de Val van Mosul, de actie die de hele wereld schokt. Binnen een week wordt de stad met bijna twee miljoen inwoners overgenomen. Het Iraakse leger blijkt geen enkele partij.

Niet veel later roept de beweging het kalifaat uit. Waar het vóór de zomer van 2014 nog nauwelijks buitenlandse strijders had, kwamen ze nu in groten getale richting Mosul en Raqqa. Of het nu strijders waren die reeds actief waren voor groeperingen als Jahbat al-Nusra (het huidige Jahbat Fatah al-Sham), of gemarginaliseerde moslimjongeren uit het Westen, allemaal werden ze aangetrokken door de universele boodschap van IS.

IS-leider Abu Bakr al-Baghdadi predikt in de moskee in Mosul. Het zijn de enige bekende beelden van al-Baghdadi. Bron: https://www.forbes.com/profile/abu-bakr-al-baghdadi/#4863a04ec0af

Het is niet voor niets dat “de coalitie” onder leiding van de VS zo lang nodig heeft gehad om de terreurbeweging klein te krijgen Dat IS pas sinds kort geen factor van betekenis meer is in de Syrische oorlog, heeft ook te maken met de halfslachtige strategie vanuit het Westen. De strategie die Barack Obama op 10 september 2014 presenteerde, legde de focus op luchtaanvallen. Dat verzwakte de infrastructuur weliswaar, maar was niet voldoende om de beweging een beslissende klap toe te brengen.[6] Daarvoor vertrouwde de Amerikanen op de YPG, de Syrisch-Koerdische militie met feitelijk zelfbestuur in Noordoost-Syrië.

Politieke problemen & paralellen

De YPG (Syrië) en Peshmerga (Irak) zijn geslaagd in hun opzet. Het is vooral aan hen te danken dat het kalifaat is gereduceerd tot nul en het gros van de overgebleven IS-strijders opgesloten zit in kampen. De YPG heeft ook niets aan deze gevangenen, maar is afhankelijk van de medewerking van Westerse mogendheden. En daar wringt de schoen.

Leiders als Rutte, Macron en May zien zich nu geconfronteerd met een probleem dat zowel op binnenlands als buitenlands vlak extreem gevoelig ligt. Op binnenlands gebied mag die spanning duidelijk zijn: zitten we wel te wachten op mensen met een jihadistisch gedachtegoed, die Europa willens en wetens achter zich hebben gelaten en bij terugkeer bovendien slechts enkele jaren de cel ingaan, omdat de tenlastelegging niet veel verder kan gaan dan ‘deelname aan een terroristische organisatie’?

Op geopolitiek vlak spelen totaal andere overwegingen. Turkije, nog altijd onze NAVO-bondgenoot, zit een tikje anders in de wedstrijd dan de meeste Westerse landen. De prioriteit ligt voor Turkije vooral bij het bestrijden van de Koerdische PKK. Een pijnlijk gevolg hiervan is dat gevluchte strijders van IS en al-Qaeda hierdoor de mogelijkheid krijgen zich te reorganiseren in Turkije.[7] Misschien nog wel een groter probleem: Turkije zou het als een persoonlijke belediging opvatten als het Westen zaken doet met een organisatie die de politieke leiding beschouwt als een terreurorganisatie. Belangrijke vraag: wat wíl de YPG in ruil voor overname van de gevangen IS-strijders en hun familie?

Politieke problemen te over, kortom. Maar die problemen zijn geen legitimering voor de totale patstelling die momenteel heerst. De omstandigheden in de vluchtelingenkampen worden er onder de YPG niet beter op. Immers, de Syrisch-Koerdische militie wordt niet gebonden door Geneefse Conventies of Vluchtelingenverdragen. En in plaats van een voorportaal naar een terugkeer in de samenleving, vormen de vluchtelingenkampen zo een kweekvijver voor jihadistische ideeën.

De factoren die bij hebben gedragen aan de plotse groei van de terreurbeweging, laten zich vatten in drie kernbegrippen: marginalisering, sektarische spanningen en chaos. De marginalisering van moslimjongeren na 9/11 dreef hen in de handen van jihadistische ronselaars. De voorkeursbehandeling van sjiieten na de Amerikaanse inval in Irak vergrootte de afgunst onder soennieten, een factor die – mits je sjiieten vervangt door alawieten – ook in Syrië doorslaggevend bleek. De chaos als gevolg van de oorlog die in 2011 uitbrak, creëerde een situatie waarin IS als ware een reïncarnatie van alle radicale bewegingen in Irak ten tijde van de Amerikaanse invasie tezamen kon herrijzen uit de as.

Je hebt niet al teveel verbeeldingskracht nodig om te zien dat die factoren ook nu weer aanwezig zijn. Beelden van de mensonterende omstandigheden in kampen als al-Hol gaan de wereld over. Combineer dat met de islamofobie die in Nederland nog pijnlijk aanwezig is (zie de actie van Pegida bij de as-Soennah moskee vorige week) en de parallel met de periode van massale uitreis naar Syrië en Irak is daar.

Zogenaamde “IS-bruiden” in het vluchtelingenkamp al-Hol in Noordoost-Syrië. Bron: https://www.dailymail.co.uk/news/article-6704603/Inside-refugee-camp-ISIS-brides-fled.html

De situatie in de vluchtelingenkampen vergroot de tegenstellingen tussen de Syrisch-Koerdische militanten van YPG en de IS-strijders nog. Waar de mannen en vrouwen van YPG zich kunnen presenteren als good guys en sowieso al een voorkeursbehandeling genieten onder het regime, voelen de IS-strijders zich als “ware soennieten” volledig aan de kant geschoven. De vergelijking met het Irak van vlak na de Amerikaanse invasie is snel gemaakt.

De situatie is de vluchtelingenkampen is chaotisch, maar gecontroleerd. De YPG heeft de touwtjes stevig in handen en de kans op gewapend conflict binnen de kampen lijkt nihil. Maar hoe lang accepteert de YPG deze situatie nog? De IS-strijders vormen voor hen een prima drukmiddel: als “jullie” niet bereid zijn meer Koerdische autonomie te accepteren, laten wij de strijders toch gewoon vrij?

De opkomst van IS en de situatie in vluchtelingenkampen als al-Hol vergelijkend, rest slechts één conclusie: haal de Syriëgangers en hun familie, alle politieke problemen ten spijt, terug naar Nederland. Vanzelfsprekend is er dan meer capaciteit nodig bij de AIVD: het zou naïef zijn blind te varen op de goede bedoelingen van terugkeerders als Yago R. In ons geval gaat het in totaal om zo’n 135 volwassenen, een overzichtelijk aantal. Berecht ze, breng ze in contact met een andere vorm van islam en zorg voor terugkeer in de samenleving. Het alternatief is namelijk veel erger: het zou niet de eerste keer zijn dat vluchtelingenkampen fungeren als broeinest voor extremisme.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

[1] Abdul Basit, ‘Foreign Fighters in Iraq and Syria – Why So Many?’, Counter Terrorist Trends and Analyses 6 (2014) 9, 4-8, aldaar 5.

[2] Basit, ‘Foreign Fighters in Iraq and Syria’, 7.

[3] Ahmed S. Hashim, ‘The Islamic State: From al-Qaeda Affiliate to Caliphate’, Middle East Policy 21 (2014) 4, 69-83, aldaar 73.

[4] Hashim, ‘The Islamic State’, 76.

[5] Ibidem, 74.

[6] Hashim, ‘The Islamic State’, 80-81.

[7] Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (AIVD), ‘De erfenis van IS: mondiaal jihadisme blijft dreiging voor Europa’ (5 november 2018) 16.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *